Jij en jouw teamgenoot

God als teamgenoot?
Stel je eens voor dat de directie van Apple, Google of Microsoft je zou bellen met de vraag of jij mee zou willen denken in het bestuur om zo samen het bedrijf te laten groeien en tot ontplooiing te laten komen? Wat zou jij dan zeggen, wat zou jouw reactie zijn?
In 1 Korinte 3:9 staat dat wij Gods medearbeiders zijn. Het wordt daar terloops genoemd. “Medearbeiders” in mijn gedachte zie ik mensen die werken in een fabriek. Als je dezelfde tekst echter in het Grieks leest ontstaat er een ander beeld. Het woord wat in het Grieks staat voor medearbeiders (sunergoi) drukt namelijk veel meer gelijkwaardigheid uit, iemand met wie je samenwerkt, een teamgenoot. Het zijn van een medearbeider zou al heel eervol zijn. Hoe zou jouw collega of je medestudent reageren als je ze zou vertellen dat je door God persoonlijk in dienst bent genomen? Dat zou pas goed op je CV staan.
Toch gaat dit nog een stap verder. God heeft jou uitgekozen om werkzaam te zijn in Zijn team. God gelooft op die manier in jou! Hij ziet potentie en wil met jou samenwerken. Als Paulus de brief aan de Korinthe schrijft dan schrijft hij dit aan een gemeente waarin veel mensen worstelen met hun identiteit. In de zoektocht naar wie zij zijn verbinden ze hun identiteit aan grote en bekende sprekers. Hierdoor ontstond destijds in de kerk een discussie tot welke groep je behoorde. “Ik ben van Apollos” of “Ik ben van Paulus” waren de kreten die veelvuldig klonken. We mogen ons volgens Paulus dus teamgenoten van God noemen. Paulus hoopt dat de gemeente in Korinthe ontdekt dat hun identiteit niet afhankelijk is van mensen maar dat zij hun identiteit mogen vinden in God zelf.
Stel ik God straks niet teleur?
Als ik dit bovenstaande laat bezinken dan vind ik het nog moeilijk om in te schatten wat dat in de praktijk betekent. Aan de ene kant vind ik het zeer eervol en ben ik enthousiast, aan de andere kant schrikt de grootsheid ervan mij ook wel een beetje af. Kan ik dit wel aan? Stel ik God straks niet teleur? Nu ken ik God inmiddels al vele jaren en weet ik dat dit laatste wel mee zal vallen maar toch het schoot wel even door mijn hoofd en misschien is dat ook jouw gedachte?
Om dit wat concreter te maken wil ik kijken naar hoe Jezus dit vormgaf. Over Jezus staat in de Bijbel dat Hij, ondanks zijn goddelijke geboorte, zijn godheid had afgelegd (Filipenzen 2:5-11) en dus als mens op aarde was. Als mens liet Hij zien hoe je de relatie met God kan vormgeven. Als mens liet hij ook zien wat het inhoudt om God als teamgenoot te hebben. Vanuit de samenwerking met God deed Hij allerlei wonderen, daarover zei Hij dit: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: De Zoon kan niets van Zichzelf doen, als Hij dat niet de Vader ziet doen, want al wat Deze doet, dat doet ook de Zoon op dezelfde wijze. Want de Vader heeft de Zoon lief en laat Hem alles zien wat Hij doet, en Hij zal Hem grotere werken laten zien dan deze, opdat u zich verwondert.” (Johannes 5:19-20)
Het lijkt op stagelopen
Teamgenoot van God zijn begint volgens Jezus dus met iets wat lijkt op stage lopen. Het wordt je voorgedaan. Het is belangrijk om goed te luisteren naar wat je stagebegeleider te zeggen heeft. Jezus zag in gebed al wat God van plan was te doen. Hij had als het ware eerst werkoverleg met God voordat Hij aan de slag ging en deze manier van werken mag jij opvolgen. Vraag God maar of Hij bekend wil maken wat Hij vandaag van plan is en hoe jij daarin met Hem mag en kan samenwerken. Eén hoofdstuk en de nodige wonderen later komen we de volgende vraag aan Jezus tegen: ”Wat moeten wij doen, opdat wij de werken van God mogen verrichten?” (Johannes 6:28). Jezus’ antwoord is gelukkig niet heel ingewikkeld. Er is geen toelatingsexamen voor nodig of een perfecte CV. Om ervoor in aanmerking te komen is slechts één ding belangrijk. Jezus antwoordt met de volgende woorden: “dat u gelooft in Hem Die Hij gezonden heeft.” Geloven in Jezus dus, dat is het antwoord.
Het onderwijs vlak voor Jezus’ sterven
Vlak voor zijn sterven geeft Jezus zijn discipelen nog meer onderwijs hierover (zie Johannes 14-17). Zo schrijft Johannes in hoofdstuk 14 het volgende: “De woorden die Ik tot u spreek, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar de Vader, Die in Mij blijft, Die doet de werken. Geloof Mij, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is, en zo niet, geloof Mij dan om de werken zelf. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, ook doen, en hij zal grotere doen dan deze, want Ik ga heen naar Mijn Vader. En wat u ook zult vragen in Mijn Naam, dat zal Ik doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt zal worden . Als u iets vragen zult in Mijn Naam, Ik zal het doen.” (vers 10-14)
Waar Jezus allerlei wonderen kon doen omdat Hij God de Vader dat had zien doen, daagt Hij nu de discipelen uit om hetzelfde pad te bewandelen. Hij zegt hierbij dat een dergelijk proces wel om geloof vraagt. De volgorde is zien of horen van God, vervolgens geloven en daarna pas handelen. In de opvolgende verzen vertelt Jezus over de rol van de Heilige Geest. Hij is degene die dingen zal laten zien, zal onderwijzen en in herinnering zal brengen. De Heilige Geest zou je kunnen zien als een persoonlijke stagebegeleider die in je komt wonen als je tot geloof komt.
In Johannes 15 legt Jezus het principe van afhankelijkheid uit: Zoals een druiventros alleen vrucht kan hebben als zij verbonden is aan de wijnrank zo geldt dat ook voor ons. Wij dragen alleen vrucht vanuit afhankelijkheid en verbondenheid met Hem. Als wij Hem in geloof en vanuit verbondenheid met Hem in Zijn Naam iets vragen dan zal Hij daarin voorzien.
Geen dienaren maar vrienden
Uit dit prachtige hoofdstuk wil ik één tekst naar voren halen, namelijk deze: “Ik noem u niet meer dienaren, want een dienaar weet niet wat zijn heer doet, maar Ik heb u vrienden genoemd, omdat Ik u alles wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, bekendgemaakt heb.” (vers 15). Jezus wil dus geen slaafse arbeiders maar vrienden die meedenken en meedoen. Vrienden met wie Hij zijn plannen kan delen. Er staan nog veel meer mooie principes in hoofdstuk 14-17 over dit onderwerp geschreven. Ik wil je daarom uitdagen deze hoofdstukken zelf eens te gaan lezen. Vraag je daarbij af hoe dat proces bij jou werkt? Hoe verloopt jouw werkoverleg met God? Mag Hij aan jou laten zien wat Hij van plan is? Vraag jij Hem daarnaar? Neem je hier de tijd voor? Geloof je vervolgens in Gods antwoord en Zijn kracht? Handel je vanuit geloof of blijf je handelen vanuit je natuurlijke talenten?
Ben Patterson, een voorganger, schrijver en voorbidder schreef in zijn boek deze krachtige woorden: “Kerken kunnen actief zijn zonder gebed, hele denominaties kunnen dat, de vraag is veel meer wat de waarde van al deze activiteiten is als ze ook zonder gebed kunnen plaatsvinden.” Verbonden blijven met Jezus en daarmee met God dat is de sleutel.
(“Churches can run without prayer. Whole denominations can run without prayer. The question is: Is what they’re doing worth doing if they can do it without prayer?“ Patterson, B. & Goetz, D.L., 1999. Deepening your conversation with God, Minneapolis, MN: Bethany House Publishers.)
Responses